Het spel van agressie

Agressie heeft in de huidige westerse maatschappij een erg negatieve klank. Vaak is het een synoniem voor geweld en boezemt het angst in. Google “agressie” of “conflict” en u vindt verwijzingen en afbeeldingen van allerlei gewelddadige situaties. Agressie en/of boosheid worden nogal eens beschouwd als belemmerend en ongewenst in de huidige maatschappij.

Bij VandeSchans training bekijken wij agressie als iets noodzakelijks voor de mens. Het is niet iets wat we moeten uitbannen maar iets waar we mee moeten leren omgaan; we moeten er mee leren spelen.

Vanuit de biologie bekeken is agressie een levensdrift, iets positiefs dat ‘de mens’ nodig heeft om te overleven. Als je in een bedreigende situatie terecht komt gebeurt er iets met je lijf en in je hoofd wat je niet helemaal in de hand hebt. Je schiet vol adrenaline en je moet iets doen, bij veel mensen neemt het instinct het over van de ratio en is men gericht op overleven. Op dit soort momenten wint de “nature” vaak van de “nurture”. De natuur zit wat dat betreft mooi in elkaar; als je de kans krijgt te vluchten “neem je de benen”, als die ruimte er niet is ga je je fysiek verdedigen “vecht voor je leven”. Er zijn in de natuur ook varianten die echt bijzonder zijn en die wij rationeel op zo’n moment niet kunnen verklaren. Als je b.v. een beer of een slang tegen het lijf loopt dan bevries je, je staat stokstijf stil terwijl je eigenlijk weg wilt lopen. Dit lijkt niet logisch maar het gebeurt echt. De uitdrukking “ik stond aan de grond genageld” komt hier vandaan.

Binnen dit biologische “geweld” van de adrenaline vraagt de maatschappij steeds vaker om weloverwogen reacties. In opvoedingssituaties proberen we mensen op te voeden tot rationele weloverwogen mensen. Agressie wordt steeds vaker als slecht bestempeld. Jongetjes die in hun ontwikkeling in bepaalde levensfases meer stoeien of vechten worden vroegtijdig uit elkaar gehaald en krijgen straf. Conflicten worden uitgesproken en niet uitgevochten. De regering verbiedt de pedagogische tik en mensen die ergens boos om zijn en gewelddadig worden plegen “zinloos geweld”. In de pedagogiek proberen wij op te voeden tot geweldloosheid waarbij het kind wel goed en netjes voor zichzelf op moet kunnen komen.

In deze rationele benadering van agressie wordt steeds vaker geweld genoemd als synoniem voor agressie.

Van iemand die professioneel betrokken is bij andere mensen wordt nog veel meer verwacht. Je moet open staan voor de ander, invoegen en empathisch, echt (enz) kunnen reageren. Als het desondanks uit de hand loopt dan moet je niet alleen rationeel het gedrag weten te plaatsen, je moet ook nog rustig en weloverwogen reageren terwijl je in een bedreigende situatie (en dus vol adrenaline) zit.

Van de Schans training gaat niet zonder meer mee in deze rationele benadering van agressie. We hebben niet de doelstelling om agressie uit de maatschappij uit te bannen simpelweg omdat dat biologisch gezien niet mogelijk is. We gaan op zoek naar het positieve van agressie, agressie die in balans is met assertiviteit. We willen hierin vinden wanneer iemand   doorschiet en wat die persoon dan nodig heeft om weer controle te krijgen.

Agressie wordt in de territoriumleer beschreven als het opzoeken/verruimen van grenzen om je eigen territorium uit te breiden. De kunst vanuit deze positieve invalshoek is dat je dit moet doen zonder anderen te schaden die ook bezig zijn met het verruimen van hun grenzen. Zo  ontstaat er tussen mensen een “spel van agressie”, iemand die agressief is wil iets vertellen of iets bereiken en de ontvanger moet hierop reageren. Zoals altijd bij een spel moeten er spelregels zijn; wat is wel toegestaan en wat niet, wat is gezond en wat niet? Binnen het spel kun je ook een speelveld definiëren met weer eigen regels zoals b.v. een  uitgangsgelegenheid, school, hangplek enz. De verschillende beroepscontexten waarin deelnemers (komen te) werken zijn ook plaatsen/speelvelden met elk eigen regels en verwachtingen ten aanzien van het spel.

In deze training bepalen we de regels en speelvelden (bepaal jij jouw regels binnen jouw speelveld). We bespreken problemen van agressie zoals huiselijk geweld en het gebruik van dwang en drang. Aan de hand van voorbeelden en testen wordt voor jezelf duidelijk hoe jij reageert op de confrontatie met dit soort ernstige vormen van agressie. Je kunt een sterkte-zwakte analyse maken en oefenen om te werken aan de leerdoelen die hieruit voortkomen. Duidelijk wordt wanneer je wel ingrijpt of niet ingrijpt, hoe je dat kunt doen en wat je overwegingen zijn om het wel of niet te doen. In deze training sta je dus zelf centraal. Welke afspraken we over agressie en geweld in de maatschappij hanteren en hoe de rechten van kinderen, cliënten, klanten, leerlingen en natuurlijk beroepskrachten hierin een rol spelen komt zijdelings aanbod.

Trainingsprogramma

Het trainingsprogramma is verdeeld over 3 werkdagen en neemt 18 uur in beslag. Daarnaast dient de deelnemer een voorbereidende opdracht en een toetsopdracht in de vorm van “performance assessment” te maken. De totale studiebelasting komt daarmee op 24 uur.

Inleidend wordt er in oefeningen stil gestaan bij de theorie van agressie. In trainingsblokken waaraan opdrachten worden gekoppeld kun je oefenen met acteurs. Naast alle onderdelen kun je literatuur raadplegen.

De theorie omvat de verkenning van destructief gedrag in het algemeen en in bijzondere omstandigheden zoals  vormen van internaliserend en externaliserend gedrag dat in de kern destructiviteit betekent.

Onderwerpen die aan de orde komen zijn: agressiviteit, vormen van agressie, territoriumleer, crisisontwikkelingsmodel, agressiviteit bij mensen met een psychose, hallucinose en depressiviteit en trauma, melding van destructieve incidenten en de wetgeving hieromtrent.

voorbereidingsopdracht testen; je onderzoekt je eigen natuurlijke manier van reageren op conflicten voor het begin van de training.

Deel 1 troefkaarten en eigen agressieve gedrag/conflicthanteringstijl onderzoeken;

in dit deel van de training ga je nadenken welk gedrag precies hoort bij de troefkaarten die in de theorie in schema worden gegeven. Middels een aantal gerichte oefeningen onderzoek je je eigen agressieve gedrag en je conflicthanteringstijl. Uit incidenten in de praktijk blijkt zeer regelmatig dat de hulpverlener zichzelf als agressor niet kent en hierdoor een hulpverleningssituatie waarbij sprake is van destructiviteit niet op een professionele wijze kan hanteren.

Deel 2 professionele basishouding en communicatie is gericht op de professionele basishouding en communicatie tijdens destructieve incidenten. Met communicatie wordt hier specifiek ingegaan op het interveniëren en meeveren met de cliënt om de destructieve situatie voor alle bij het incident betrokken personen te reguleren.

Middels oefeningen en rollenspelen met acteur zal stil gestaan worden bij te verwachten en onverwachte destructieve incidenten en verschillende uitingsvormen van agressie.

Vanuit de basishouding kunnen specifieke problemen zoals omgaan met destructie in geval een slechtnieuwsgesprek, een hallucinose / psychose of omgaan met een suïcidale cliënt aan de orde komen afhankelijk ook van eigen vragen en of ervaringen uit de praktijk. Voorts is er speciale aandacht voor intercollegialeondersteuning.

Oefeningen lichamelijke spanningen Het herkennen en kennen van spanning is erg belangrijk. De meer theoretische en/of op oefening gerichte momenten worden afgewisseld met een aantal oefeningen om te leren omgaan met eigen spanning.

Doelstelling

Deze handleiding is samen met de voorbereidingsopdracht bedoeld om duidelijkheid te geven te geven over jezelf; om een persoonlijk ontwikkelingsplan te maken. Vanuit je eigen sterkte-zwakte kun je onderzoeken wat specifieke praktijkproblemen op het gebied van conflicten, agressie bij je oproepen en hoe je daarop kunt reageren. Je formuleert concrete leerdoelen en gaat oefenen met acteurs om aan je eigen doelen te werken.

Doelgroep

De training is gericht op afgestudeerde beroepskrachten werkzaam in Jeugdzorg (SKJ geregistreerd), onderwijs, gezondheidszorg en dienstverlening. Van deelnemers worden vooral reflectievaardigheden gevraagd.